Juni 2016
JE DENKT NIET AAN ROOD
(bij een aquarel van Liliane Goossens)
voor Gitta Veraart
Je denkt dat je vallende sterren ziet
maar het zijn klinknagels uit een afgebroken
vliegtuigvleugel. Je legt jouw vingers op haar
ogen: wijsvingers middelvingers ringvingers,
je fluistert met witte stem:
je ziet niet altijd wat je ziet.
Je hoort de woorden van een dode schilder: als ik
geen blauw meer heb dan gebruik ik rood. Je volgt
de aders op haar handen, ze worden onzichtbaar
bij haar vingers. Je denkt niet aan rood.
(F.A.Brocatus - De Vallei nr.30 jrg.6, maart 2016)
Mei 2016
Zwart telde niet voor mooi in het verleden
Het werd pas mooi als het werd afgelegd,
Hoe vaak je ook andere kleuren hebt vermeden
Van zwart heb je dat nooit gezegd.
Je ziet haar liggen op het bed, zonder kleren,
Je ademt gejaagder en wenst haar schoonheid
Veel dichterbij, het lijkt alsof het haar niet kan deren,
Je nadert stap voor stap het duurt een eeuwigheid.
Jouw zachtgefluisterde heeft koolzwarte ogen
En als je opent, haar aanraakt met jouw eigen diepste blauw
Dan zie je de zwaluwvleugelslag van haar wenkbrauwbogen,
Haar streelhand grijpt plots die van jou.
Je knielt en proeft haar lippen, haar tong vulkaangerijpte wijn
En je beseft dat mooier haar afgelegde zwart niet kan zijn.
(F.A.Brocatus - ongepubliceerd - sonnet geschreven n.a.l.v. de 400ste sterfverjaardag van William Shakespeare - de 1e regel is de beginregel van sonnet 127, vertaald door Peter Verstegen.)
April 2016
NA BRUSSEL 22-03-2016
(haikoe)
je zwijgt en je raapt
gevallen woorden op je
vormt een zin je spreekt
(F.A.Brocatus - ongepubliceerd)
Maart 2016
XI.
zij verbannen de vogels
schrappen hun namen
uit de bomen
een stilte van gebarsten licht
bloedt in hun huis van boeken
hebben ze de ruggen
gebroken en gekeerd
(F.A.Brocatus - uit: "gezangen van zout en zilver" - ongepubliceerd)