Maand gedicht december 2022
SPERGEBIED
Wij hoopten op regen en stonden als lege flessen in onze morsige achtertuinen waar iemand weer vergeten was de schoppen en de harken in de houten tuinschuurtjes te zetten. Het tijdstip van rozen plukken en noten rapen was nog meerdere buien van ons verwijderd. Wij vielen uit onze jurken en onze hemden.
In welke talen droomde je? Ik kende je voorkeuren, roder kon je ze niet maken. Je lippen lispelden vervoegingen in de taal van Voltaire, je ogen strooiden kwistig met naamwoorden in de taal van Dante. Je was ongrijpbaar en ik probeerde mijn handen uit in mijn moedertaal van klei. Hoe zou ik je ooit kunnen boetseren?
Er waren dieren die alleen ’s nachts bewogen. Ik vulde je holtes met eekhoorns en bevruchte eieren. In folie verpakte ik de liniaal waarmee ik eerder de afstand van licht tot donker mat. In het ronken van je keel verstopte ik de schilden van nachtkevers, de vleugels van vleermuizen. Ik bewaakte je met houten kraaien.
Wij waren ongehoorzaam en verborgen ons in holle bomen. Wij droogden mossen en sliepen tussen hangende takken. De regen kwam eerst stotterend, daarna geselend. Wij droegen klokken op onze ruggen en koperen kelken, wij dronken en kleefden als schorsen. Onhoudbaar beminden wij in het spergebied.
(F.A.Brocatus – ongepubliceerd)
Maand gedicht november 2022
VERTRAAGDE OMHELZING
Een uitsparing van een voetafdruk en daarrond
blauwgrijs dat leidt naar een handpalm. Er is geen
kaart getekend. Voorbij het gras verzamelen
bomen alsof ze elkaar voor het eerst ontmoeten.
Tussen diepe voetsporen en dunne handlijnen
werpen langzame lichamen schaduwen af,
er is een nadering die, met de handen op de rug,
gedicht wordt als een vertraagde omhelzing.
(F.A. Brocatus – ongepubliceerd)
Maand gedicht oktober 2022
In 1980, ik werd toen op 25 september 23 schreef ik het volgende gedicht:
VERJAARDAG 1980
( terwijl een zachte herfst de bladeren omsloeg)
het rode oosten waarin ik de horizon
verkende en groeiend uit een aarzelend
alfabet het spreken leerde
de tekens van mijn handen die het licht
aanschouwden de plaats onder mijn schedel
die te bewonen werd toen.
(F.A.Brocatus – ongepubliceerd)
Maand gedicht september 2022
EXODUS
In aantal groeiend dragen zij tweekleurige banieren
en verscheuren de landkaarten aan de muren.
Hun nieuwe wereld ligt op de bodem van de schreeuw
van wie zij tegenkomen, zij havenen de hemel
daarboven, hakken wolken tot bloedende regen.
Uit aarde trekken zij de rook van in puin geschoten steden,
de adembenemende mist uit gebrandschatte dorpen.
Tralies voor de zon kunnen niet meer smelten, wegwijzers
verbuigen rivieren vullen zich met kadavers. Wrakken
en kapotgeslagen huisraad verbergen vluchtelingen.
Zij luisteren naar stemmen, naar vuren in de vlakten,
met de handen op de rug beschermen zij hun hoofden.
(F.A.Brocatus - ongepubliceerd)