Frans Brocatus

WIJ STAAN NIET STIL

 

omdat wij geen bomen zijn die groeien

tot aan de zee. Tussen het klimmen van rook

en het neerdwarrelen van as oefenen wij 

om blad te zijn en oor voor vleugeldieren.

 

Soms begrijpen wij wat droefheid is

en worden wij landschap met ontbrekende 

sterren. Ver van het vloeien van vlammen

schuwen wij vluchtende schaduwen.

 

Wij zijn een hoek, een holte in een verzwegen

vlakte. Wij weigeren het stilzwijgen

achter de deuren van onze archieven.

 

De trappen die wij beklimmen zijn uitgesleten.

Tussen de stenen die onze vaders legden weten wij

het traagzout waarvan verdriet gemaakt wordt.

 

(F.A.Brocatus - ongepubliceerd)