SUITE
In het land van Lorca telt zij in het zand
het bloed van de zwarte dode jonge stieren,
schuift zij het witte fijngesteven laken
onder de kin van haar blonde jongste dochter.
Zij verlaat het rood dooft de lampen sluit
de poort en kiest haar rokken voor de dans,
zwart en met blauwe boorden als zat zij aan
een oever van water het meer van haar vader.
Hij tekent haar met de adem van paarden
in zijn hals heeft hij zijn rode halsdoek
over de stoelleuning gehangen hij stilt in
haar licht zoals zij danst speelt niemand
gitaar hij contourt haar hand hoe haar pols
scharniert geen bloem die haar evenaart.
(F.A.Brocatus - ongepubliceerd)