ARCHEOLOGIE
Riemgordel met mes van zwart obsidiaan
Een riemgordel onder een schild en van een paard
het bronzen bit, de achtergebleven hoeven.
Zoals hij rechtstaand woorden zoekt zijn hand de klanken
aftast en achter hem een wolk een berg beklimt ( later vertelt
iemand hem van regen). Zoals hij daar onder sleutelbeenderen
staat een huis met dubbele ramen op ooghoogte in gedachten.
Blootshoofds onder de zon hij zich verwondt
aan het zwarte obsidiaan van zijn eerste mes.
Muurtekening en chaise-longue
Hun hoefgeroffel uitgestorven bizons
en paarden in roestbruin getekend.
Zoals zij daar ligt op een chaise-longue in haar
lichtende bleekheid verlangt naar een blauw
met diepte om in te verdwijnen. Zoals zij daar
een spiegel breekt en binnensmonds bloedt.
Een muurtekening staat in haar herinnering scherp omlijnd,
opgedroogd zoals toen zij van meisje naar vrouw.
Vuistbijl met handbeen en houtsplinter
Een silex vuistbijl in verbleekt handbeen:
kaart waarop alle wegen verdwenen.
Zoals hij daar ligt op het bed in zijn oude lichaam
verschuift naar de rand van een trager bewegend
beeld. Zoals hij daar zijn ogen loslaat, rozen op
het laken, zijn handen laat vasthouden.
Een bliksem slaat in en klieft de oudste beuk,
een jongetje bewaart zijn leven lang een houtsplinter.
(F.A.Brocatus – ongepubliceerd)