EEN NACHT VAN BRANDEN
Een mes dat is de naam
van het penseel waarmee hij
floers en flonkering uitspaart.
Verkoold hout kruimelt tussen
zijn stramme vingers: ook nu kan hij
de schaduwen van zijn gezicht
niet uitvagen. In de kamer
waarin zijn zoon opgebaard ligt
laat hij alle kaarsen weghalen.
Murmelend dooft het haardvuur,
gemanteld in turfbruin buigt hij,
bevreesd voor zijn eigen breken.
(F.A.Brocatus - uit: Door de hand van Rembrandt - 31 dichters geïnspireerd - Hoenderbossche verzen - Uden- 2006)