EEN VROUW OP EEN PERRON
De knopen op de jassen van de drie stationschefs,
die naast elkaar op een bank op het perron zitten,
lijken blinkende geldstukken uit een vorige eeuw.
Achter de goedlachse mannen hangt een poster
met daarop een vrouw in badkleding. Vanaf een
strand schuift haar blik over de conducteurspetten.
Het is 9.32 u. Achter mij knarsen van staal op
staal. Een trein komt piepend tot stilstand. Ik zie je
als eerste de treeplank afstappen. Je stuurt me een
glossy glimlach. Ik draai me om en zie dat de mannen
verdwenen zijn en dat op de plek waar de poster hing
nu in een krullerige lijst een vierkante spiegel schittert.
Ik stel mijn blik scherp, zie je naderen in de spiegel,
traag beweeg je je hoofd naar links en ineens herken ik
je als de vrouw op de poster. Ik keer me om en zie dat
het perron leeg is.
(F.A. Brocatus - uit: "Goor in de bocht" - Demer Uitgeverij, 2019)